Geschiedenis van GKN Fokker
In 1919 richtte Anthony Fokker de Nederlandse Vliegtuigenfabriek op. Naast het ontwikkelen van diverse militaire vliegtuigen had hij ook veel succes met verkeersvliegtuigen. Al snel verhuisde Anthony naar Amerika waar hij een tweede bedrijf opzette. Dit
zorgde er eind jaren 20 voor, dat Fokker, met al zijn vestigingen in Nederland en Amerika, zelfs de grootste vliegtuigfabriek ter wereld werd.
In 1930 werd de Amerikaanse tak overgenomen door General Motors en stapte Fokker zelf uit het bedrijf. Hij bleef actief in Nederland waar hij met name aan KLM vliegtuigen leverde.
Tijdens de tweede wereldoorlog bouwde Fokker onder meer de Fokker G.I. jachtcruiser, maar werden de fabrieken ook door de Duitsers in beslag genomen. Na de oorlog volgde een moeizaam herstel, maar in 1958 had Fokker zijn grootste succes ooit: de Fokker F-27 met 786 verkochte exemplaren.
Midden jaren ’90 kwam de bekende Fokker 50 en Fokker 100 op de markt, wat zorgde voor een positieve impuls en een prijs voor “onderneming en vernieuwing”.
Helaas ging het bedrijf in 1996 failliet, maar bleven gedeeltes nog overeind, waaronder de fabrieken voor onderdelen en onderhoud/reparatie, onder de naam Fokker Services eigendom van het Stork-concern. Het Stork-concern kreeg ook andere onderdelen in
handen en deze werden samengevoegd onder de naam Fokker Aerospace. In 2011 werd deze losgekoppeld van het Stork-concern en ging verder onder de naam Fokker Technologies met 4 onderdelen: Fokker Aerostructures, Fokker Landing Gear, Fokker Elmo en Fokker
Services. Sinds 2015 is de gehele groep onderdeel gemaakt van GKN Aerospace, waarbij de 4 onderdelen nog altijd op zichzelf bestaan. Ze bouwen inmiddels geen complete vliegtuigen meer, maar bouwen onderdelen voor andere vliegtuigbouwers en voeren
zelf onderhoud uit.